Babesiose

Autochtone Babesiose bij de hond in Nederland?

In maart en begin april 2004 zijn drie fatale gevallen van babesiose bij honden, zonder eerder verblijf in het buitenland, vastgesteld in de regio's Den Haag en Arnhem, waar de infectie inmiddels ook bij tenminste zeven andere honden met verschijnselen is vastgesteld. Voorlopige analyse wijst op Babesia canis, een protozoaire bloedparasiet die wordt overgedragen door Dermacentor teken, die niet in Nederland voorkomen.

Dermacentor teken komen zowel in warme als in gematigde streken voor, in Europa reikt het verspreidingsgebied tot in Zuid-Engeland, Zuid-België en Midden-Duitsland. Dermacentor teken zijn eerder gevonden op honden van teruggekeerde vakantiegangers en ze zijn vermoedelijk daarmee samenhangend incidenteel aangetroffen op honden die niet in het buitenland waren geweest. Naast de vele importgevallen zijn in Nederland tot dusver slechts sporadisch autochtone gevallen van babesiose beschreven (twee honden in Koog aan de Zaan en bij drie honden op de Veluwe in de tachtiger jaren). De teken zijn destijds vermoedelijk door andere honden meegebracht, hier afgevallen, en ze hebben de infectie waarschijnlijk na vervelling overgedragen zonder zich hier permanent te vestigen.

Tekenvrouwtjes, Bron: KNMvD
Een Dermacentor reticulatus vrouwtje (links) en Ixodes hexagonus vrouwtje (rechts)
Tekenmannetjes, Bron: KNMvD
Een Dermacentor reticulatus mannetje (links) en Ixodes ricinus mannetje (rechts)
Nader onderzoek zal uitwijzen of Dermacentor teken zich inmiddels toch in Nederland hebben gevestigd. Geadviseerd wordt om bij iedere patiënt met anaemie en/of haemoglobinurie babesiose mede op te nemen in de differentiaal diagnose.

Babesia canis ontwikkelt zich uitsluitend in de rode bloedcellen van de hond. De incubatietijd varieert van één tot twee weken. In het acute stadium worden de volgende verschijnselen waargenomen: apathie, anorexie, hoge koorts, versnelde pols en ademhaling. Er is sprake van haemolytische anaemie, die gepaard kan gaan met haemoglobinurie. In dit stadium zijn de parasieten vaak gemakkelijk aantoonbaar in een bloeduitstrijkje na kleuring met bv Giemsa of haemacolor.

Zonder behandeling kan icterus, splenomegalie en lymfadenopathie ontstaan en in ernstige gevallen nierfalen en diffuse intravasale stolling. In de acute fase kan de diagnose worden gesteld aan de hand van een bloeduitstrijkje (capillair bloed/buffy coat), in meer chronische gevallen bieden serologie (IFT) en eventueel RLB-PCR houvast. Zonder behandeling kan een aanzienlijk percentage van de voor het eerst geïnfecteerde honden aan babesiose sterven; overlevende honden blijven de infectie dragen.

Als de parasiet in een bloeduitstrijkje wordt aangetoond dient direct een behandeling met imidocarb dipropionaat (Carbesia®) te worden ingezet.

Bron: Faculteit der Diergeneeskunde
Dr. D.J. Houwers, hoofd VMDC, HA I&I
Dr. E. Teske, haematoloog/oncoloog, HA Gezelschapsdieren
Prof.dr. F.Jongejan, tekendeskundige, HA I&I
© 2004 Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde